![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/898a93d28aaf2893722c557bdabcf1c0_1_orig.jpg)
De Big Bang
De Big Bang
13.7 miljard jaar geleden ontstond het heelal uit een gloeiend hete oerkern die uiteenspatte met een enorme kracht en een hoge temperatuur. Brokken materie en gaswolken werden met een hoge snelheid afgevuurd en verspreidden zich tijdens de daaropvolgende miljarden jaren verder en verder.
Sterren ontstonden door samenklontering van gaswolken en ergens in een jonge melkweg, rond een kleine zon begonnen stukken ruimtepuin samen te klonteren.
Het begin van een lange geschiedenis die uiteindelijk naar vandaag zal leiden.
13.7 miljard jaar geleden ontstond het heelal uit een gloeiend hete oerkern die uiteenspatte met een enorme kracht en een hoge temperatuur. Brokken materie en gaswolken werden met een hoge snelheid afgevuurd en verspreidden zich tijdens de daaropvolgende miljarden jaren verder en verder.
Sterren ontstonden door samenklontering van gaswolken en ergens in een jonge melkweg, rond een kleine zon begonnen stukken ruimtepuin samen te klonteren.
Het begin van een lange geschiedenis die uiteindelijk naar vandaag zal leiden.
Het ontstaan van de aarde
Het ontstaan van de aarde
Zo'n 4.6 miljard jaar geleden, een lange tijd na de Big Bang, zien we steeds meer stukken kosmisch puin versmelten tot een grote, gloeiend hete magmabol. Door de hoge temperaturen is elke vorm van leven onmogelijk.
Het duurt nog eens een miljard jaar voordat de aarde voldoende is afgekoeld en de eerste zeeën ontstaan.
Deze verandering zal zo'n 8 miljoen jaar later (3.8 miljard jaar geleden), leiden tot de ontwikkeling van het eerste leven.
Zo'n 4.6 miljard jaar geleden, een lange tijd na de Big Bang, zien we steeds meer stukken kosmisch puin versmelten tot een grote, gloeiend hete magmabol. Door de hoge temperaturen is elke vorm van leven onmogelijk.
Het duurt nog eens een miljard jaar voordat de aarde voldoende is afgekoeld en de eerste zeeën ontstaan.
Deze verandering zal zo'n 8 miljoen jaar later (3.8 miljard jaar geleden), leiden tot de ontwikkeling van het eerste leven.
Het eerste leven
De eerste levensvormen die zich ontwikkelden in de oerzeeën, waren eencellige bacteriën. Deze bacteriën begonnen zich langzaam maar zeker meer te ontwikkelen. Ze werden steeds complexer en pasten zich constant aan aan de klimaatschommelingen.
540 miljoen jaar geleden, wanneer de temperatuur op aarde genoeg was gedaald om de ontwikkeling van deze bacteriën toe te laten, ontstonden er complexere levensvormen: de eerste trilobieten.
Naast deze trilobieten zagen we ook diergroepen verschijnen die we vandaag de dag nog steeds kennen. Denk hierbij aan koralen, sponzen, zee-egels,...
Daarnaast zagen we tijdens deze periode ook het ontstaan van de eerste gewervelde zeedieren. Dit zorgde ervoor dat bijvoorbeeld vissen veel groter konden worden en zich nog verder konden ontwikkelen.
De eerste levensvormen die zich ontwikkelden in de oerzeeën, waren eencellige bacteriën. Deze bacteriën begonnen zich langzaam maar zeker meer te ontwikkelen. Ze werden steeds complexer en pasten zich constant aan aan de klimaatschommelingen.
540 miljoen jaar geleden, wanneer de temperatuur op aarde genoeg was gedaald om de ontwikkeling van deze bacteriën toe te laten, ontstonden er complexere levensvormen: de eerste trilobieten.
Naast deze trilobieten zagen we ook diergroepen verschijnen die we vandaag de dag nog steeds kennen. Denk hierbij aan koralen, sponzen, zee-egels,...
Daarnaast zagen we tijdens deze periode ook het ontstaan van de eerste gewervelde zeedieren. Dit zorgde ervoor dat bijvoorbeeld vissen veel groter konden worden en zich nog verder konden ontwikkelen.
De Mensachtigen
De Australopithecus
Australopithecus (letterlijk "zuidelijke aap") is een uitgestorven geslacht van mensachtigen die 3.18 miljoen jaar geleden leefden. Het is een van de oudste bekende mensachtigen.
De eerste gevonden resten van deze soort werden ontdekt op 24 november 1974 door Donald Johanson, Yves Coppens en Tim White in Noord-Ethiopië. De ontdekkers vermoedden dat het een vrouw betrof en noemden haar "Lucy", naar "Lucy in the Sky with Diamonds", een bekend nummer van de Beatles dat tijdens de expeditie veelvuldig werd gedraaid.
Hoewel de Australopithecus met zijn kleine hersenen en vooruitstekende kaken nog sterk op een aap leek, stond hij rechtop. Dit weten we door de botten van zijn benen en zijn ruggengraat.
Dit kenmerk zorgt ervoor dat de Australopithecus tot de mensensoort wordt gerekend, en een duidelijke afscheiding vormt met de mensapen als de bonobo en de chimpansee.
Australopithecus (letterlijk "zuidelijke aap") is een uitgestorven geslacht van mensachtigen die 3.18 miljoen jaar geleden leefden. Het is een van de oudste bekende mensachtigen.
De eerste gevonden resten van deze soort werden ontdekt op 24 november 1974 door Donald Johanson, Yves Coppens en Tim White in Noord-Ethiopië. De ontdekkers vermoedden dat het een vrouw betrof en noemden haar "Lucy", naar "Lucy in the Sky with Diamonds", een bekend nummer van de Beatles dat tijdens de expeditie veelvuldig werd gedraaid.
Hoewel de Australopithecus met zijn kleine hersenen en vooruitstekende kaken nog sterk op een aap leek, stond hij rechtop. Dit weten we door de botten van zijn benen en zijn ruggengraat.
Dit kenmerk zorgt ervoor dat de Australopithecus tot de mensensoort wordt gerekend, en een duidelijke afscheiding vormt met de mensapen als de bonobo en de chimpansee.
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/1036731.png?330)
Vindplaats Lucy
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/8678206.jpg?250)
Lucy (reconstructie)
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/8314311.jpg?276)
De Australopithecus, het geslacht waartoe Lucy behoorde.
De Homo Habilis
Toen de Homo habilis in 1959 ontdekt werd in Tanzania door Mary en Louis Leakey, werden de resten van de schedel, tanden, handen en voeten zonder meer toegeschreven aan een nieuwe soort van het Homo-geslacht. Hij kreeg de bijnaam "handige mens" aangezien de resten van de soort gevonden werden in de nabijheid van stenen werktuigen.
Uit dateringen van de botten weten we dat de Homo Habilis leefde tussen de 2.5 en 1.5 miljoen jaar geleden.
Het belangrijkste kenmerk van de Homo Habilis is het gebruik van de eerste werktuigen. Om deze te vervaardigen bewerkte hij rolkeien door middel van het "afslagen" van de steen met een vuistbijl.
Een ander kenmerk dat hem wordt toegeschreven is het feit dat hij in staat was om vlees toe te voegen aan zijn dieet. Vermoedelijk deed hij dit door aan "aaseten" te doen.
Dit zorgde ervoor dat zijn hersenen zich meer konden ontwikkelen en dat hij zich in de loop van miljoenen jaren verder kon blijven inoveren
Toen de Homo habilis in 1959 ontdekt werd in Tanzania door Mary en Louis Leakey, werden de resten van de schedel, tanden, handen en voeten zonder meer toegeschreven aan een nieuwe soort van het Homo-geslacht. Hij kreeg de bijnaam "handige mens" aangezien de resten van de soort gevonden werden in de nabijheid van stenen werktuigen.
Uit dateringen van de botten weten we dat de Homo Habilis leefde tussen de 2.5 en 1.5 miljoen jaar geleden.
Het belangrijkste kenmerk van de Homo Habilis is het gebruik van de eerste werktuigen. Om deze te vervaardigen bewerkte hij rolkeien door middel van het "afslagen" van de steen met een vuistbijl.
Een ander kenmerk dat hem wordt toegeschreven is het feit dat hij in staat was om vlees toe te voegen aan zijn dieet. Vermoedelijk deed hij dit door aan "aaseten" te doen.
Dit zorgde ervoor dat zijn hersenen zich meer konden ontwikkelen en dat hij zich in de loop van miljoenen jaren verder kon blijven inoveren
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/8036415.jpg?250)
De Homo Habilis (reconstructie)
Homo Erectus
De eerste sporen van de Homo Erectus of "rechtop lopende mens" vinden we terug in Oost-Afrika. Opmerkelijk aan deze omgeving en tijd (1.7 miljoen jaar geleden) was dat hij naast de Homo Habilis leefde en dus niet verscheen toen deze al uitgestorven was zoals vaak gedacht wordt.
Het belangrijkste kenmerk van de Homo Erectus is zijn uittocht uit Afrika.
Als eerste mensensoort zal hij richting Europa en Azië trekken en zich aanpassen aan de verschillende klimaten in deze regio's. Hiervoor gebruikte hij vuur (400.000 jaar geleden), vuistbijlen (1 miljoen jaar geleden) en verbeterd hij de werktuigentechniek van de Homo Habilis.
Zijn dieet bestond voornamelijk uit planten (knollen en wortels), maar daarnaast beoefent hij ook een grootschalige jacht op grotere dieren. Dit wijst erop dat de Homo Erectus een sterke sociale samenhang verkoos boven het solitaire bestaan.
De eerste sporen van de Homo Erectus of "rechtop lopende mens" vinden we terug in Oost-Afrika. Opmerkelijk aan deze omgeving en tijd (1.7 miljoen jaar geleden) was dat hij naast de Homo Habilis leefde en dus niet verscheen toen deze al uitgestorven was zoals vaak gedacht wordt.
Het belangrijkste kenmerk van de Homo Erectus is zijn uittocht uit Afrika.
Als eerste mensensoort zal hij richting Europa en Azië trekken en zich aanpassen aan de verschillende klimaten in deze regio's. Hiervoor gebruikte hij vuur (400.000 jaar geleden), vuistbijlen (1 miljoen jaar geleden) en verbeterd hij de werktuigentechniek van de Homo Habilis.
Zijn dieet bestond voornamelijk uit planten (knollen en wortels), maar daarnaast beoefent hij ook een grootschalige jacht op grotere dieren. Dit wijst erop dat de Homo Erectus een sterke sociale samenhang verkoos boven het solitaire bestaan.
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/5341450.jpg?271)
Verschillende voetafdrukken van mensachtigen.
- De linkerafdruk is waarschijnlijk gemaakt door Australopithecus afarensis en werd gevonden in Tanzania.
- De middelste twee afdrukken zijn van Homo ergaster of Homo erectus.
- De rechter van deze twee werd recent gevonden in het oosten van Kenia
- De meest rechtse voetafdruk is die van een moderne mens.
Afbeelding: Matthew Bennett, Bournemouth University
- De linkerafdruk is waarschijnlijk gemaakt door Australopithecus afarensis en werd gevonden in Tanzania.
- De middelste twee afdrukken zijn van Homo ergaster of Homo erectus.
- De rechter van deze twee werd recent gevonden in het oosten van Kenia
- De meest rechtse voetafdruk is die van een moderne mens.
Afbeelding: Matthew Bennett, Bournemouth University
Homo Sapiens Neanderthalensis
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/published/0b319483199d513c887e521346b243b0.jpg?1522078560)
Menselijke evolutie (Sahelantropus - Homo Sapiens Sapiens)
Maatschappij
De jacht
De mannen gingen met zijn allen op jacht met speren en harpoenen. Vaak sloten ze een mammoet in en gooiden dan met hun jachtwapens naar de beesten.
Wanneer ze rechtstreeks werden aangevallen of als de beesten in het water gingen, doodden ze zwakke en zieke dieren.
Niet alle jongens mochten gelijk mee op jacht. Mogelijk mochten ze pas na hun 12e jaar mee, want de jacht was gevaarlijk.
De mannen gingen met zijn allen op jacht met speren en harpoenen. Vaak sloten ze een mammoet in en gooiden dan met hun jachtwapens naar de beesten.
Wanneer ze rechtstreeks werden aangevallen of als de beesten in het water gingen, doodden ze zwakke en zieke dieren.
Niet alle jongens mochten gelijk mee op jacht. Mogelijk mochten ze pas na hun 12e jaar mee, want de jacht was gevaarlijk.
De jagende man
Dat brengt ons bij een ander beeld van de steentijd: die van een groepje zwijgzame maar sterke mannen die over de steppe rennen in achtervolging van een onfortuinlijk prooidier.
Gezamenlijk drijven ze het dier in het nauw om hem vervolgens met hun speren aan de vallen. Eenmaal gedood nemen ze met vereende krachten hun jachttrofee mee naar huis, om het daar te delen met hun vrouw en kinderen en de oude van dagen van de stam.
Dit beeld doet het tegenwoordig vooral goed in de populaire boeken over man-vrouwverschillen.
Zo beschrijven Allan en Barbara Pease in hun boek ‘Waarom mannen niet luisteren en vrouwen niet kunnen kaartlezen’ de prehistorische situatie als volgt:
“De man waagde zich elke dag in een vijandige en gevaarlijke wereld om zijn leven als jager op het spel te zetten en voedsel mee terug te brengen naar zijn vrouw en kinderen (…) Het gezin was afhankelijk van de manier waarop hij zijn taakomschrijving als jager en beschermer vervulde.”
Wat het echtpaar Pease omschrijft is een vrij nauwkeurige weergave van hoe in de jaren ‘60 over het leven in de steentijd werd gedacht door toonaangevende wetenschappers als Richard B. Lee en Irven Devore.
Ondertussen is er echter veel commentaar geweest – en belangrijker nog – bewijs gevonden tegen hun idee van ’Man the Hunter’.
Dat brengt ons bij een ander beeld van de steentijd: die van een groepje zwijgzame maar sterke mannen die over de steppe rennen in achtervolging van een onfortuinlijk prooidier.
Gezamenlijk drijven ze het dier in het nauw om hem vervolgens met hun speren aan de vallen. Eenmaal gedood nemen ze met vereende krachten hun jachttrofee mee naar huis, om het daar te delen met hun vrouw en kinderen en de oude van dagen van de stam.
Dit beeld doet het tegenwoordig vooral goed in de populaire boeken over man-vrouwverschillen.
Zo beschrijven Allan en Barbara Pease in hun boek ‘Waarom mannen niet luisteren en vrouwen niet kunnen kaartlezen’ de prehistorische situatie als volgt:
“De man waagde zich elke dag in een vijandige en gevaarlijke wereld om zijn leven als jager op het spel te zetten en voedsel mee terug te brengen naar zijn vrouw en kinderen (…) Het gezin was afhankelijk van de manier waarop hij zijn taakomschrijving als jager en beschermer vervulde.”
Wat het echtpaar Pease omschrijft is een vrij nauwkeurige weergave van hoe in de jaren ‘60 over het leven in de steentijd werd gedacht door toonaangevende wetenschappers als Richard B. Lee en Irven Devore.
Ondertussen is er echter veel commentaar geweest – en belangrijker nog – bewijs gevonden tegen hun idee van ’Man the Hunter’.
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/1042618.jpg?250)
De "moderne" jagende man
De verzamelende vrouw
Feministische wetenschappers grepen in de jaren ‘70 deze theorie – de vrouw als ’provider’ in plaats van de man – aan om de vrouw centraal te stellen in de evolutie.
Sally Slocum redeneert in ‘Woman the Gatherer’ dat het prehistorische leven draaide om de moeder-kind eenheid. Dit zou de basis zijn voor het ontstaan van de familiebanden zoals we die nu nog kennen, en voor ander belangrijk gedrag zoals het delen van voedsel.
Bovendien, zo beweert Slocum, moet jagen (door mannen) op groot wild wel zijn ontstaan nádat verzamelen (door vrouwen) de basis heeft gelegd voor vaardigheden als samenwerken en plannen maken. Die vaardigheden zijn noodzakelijk voor de jacht maar vereisen een groot, ontwikkeld brein.
Feministische wetenschappers grepen in de jaren ‘70 deze theorie – de vrouw als ’provider’ in plaats van de man – aan om de vrouw centraal te stellen in de evolutie.
Sally Slocum redeneert in ‘Woman the Gatherer’ dat het prehistorische leven draaide om de moeder-kind eenheid. Dit zou de basis zijn voor het ontstaan van de familiebanden zoals we die nu nog kennen, en voor ander belangrijk gedrag zoals het delen van voedsel.
Bovendien, zo beweert Slocum, moet jagen (door mannen) op groot wild wel zijn ontstaan nádat verzamelen (door vrouwen) de basis heeft gelegd voor vaardigheden als samenwerken en plannen maken. Die vaardigheden zijn noodzakelijk voor de jacht maar vereisen een groot, ontwikkeld brein.
De leefgemeenschap
De vuurplaats was een belangrijke plek bij elke hut. 's Avonds kwamen de mensen uit de groep daar bijeen om te eten en 's nachts zorgde het vuur ervoor dat wilde dieren op afstand bleven.
Bij het vuur was het vooral veilig. Mensen konden zich lekker verwarmen en ze luisterden naar elkaars verhalen.
Kinderen moesten meehelpen met het zoeken van eten, maar ze hebben vast en zeker ook gespeeld. Er zijn kleine pijlen en bogen gevonden, waarmee kinderen jachtspelletjes speelden.
Misschien hebben ze ook wel met steentjes gespeeld, of gevoetbald met de opgeblazen blaas van een geslacht dier.
De vuurplaats was een belangrijke plek bij elke hut. 's Avonds kwamen de mensen uit de groep daar bijeen om te eten en 's nachts zorgde het vuur ervoor dat wilde dieren op afstand bleven.
Bij het vuur was het vooral veilig. Mensen konden zich lekker verwarmen en ze luisterden naar elkaars verhalen.
Kinderen moesten meehelpen met het zoeken van eten, maar ze hebben vast en zeker ook gespeeld. Er zijn kleine pijlen en bogen gevonden, waarmee kinderen jachtspelletjes speelden.
Misschien hebben ze ook wel met steentjes gespeeld, of gevoetbald met de opgeblazen blaas van een geslacht dier.
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/leefgemeenschap-01.jpg?491)
Een prehistorische gemeenschap
Werktuigen
De mensen gebruikten vuursteen, hout, dierenbotten en huiden om werktuigen te maken. In het begin zag het gereedschap er eenvoudig uit. Later is men botten en steen heel precies gaan bewerken en slaagden men erin om fijne speerpunten te maken.
Ze gingen naalden maken om lappen leer aan elkaar te naaien en men ontdekte in die tijd de pijl en boog.
De mensen gebruikten vuursteen, hout, dierenbotten en huiden om werktuigen te maken. In het begin zag het gereedschap er eenvoudig uit. Later is men botten en steen heel precies gaan bewerken en slaagden men erin om fijne speerpunten te maken.
Ze gingen naalden maken om lappen leer aan elkaar te naaien en men ontdekte in die tijd de pijl en boog.
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/wapens-gereedschap-02.jpg?473)
Prehistorische werktuigen
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/wapens-gereedschap-03.jpg?620)
Men maakte speerpunten en andere werktuigen uit vuursteen
Landbouwers
Ongeveer 12.000 jaar geleden was de ijstijd voorbij omdat het klimaat op aarde begon te veranderen. Grote ijskappen smolten weg in de zee, en dit had tot gevolg dat de de zeespiegel steeg, en het landschap veranderde.
De kale, bevroren gebieden, waar de prehistorische mensen nog op rendieren konden jagen, veranderden langzaam in bossen en vruchtbare, grond.
Dit zorgde ervoor dat mensen voortaan op één plaats bleven wonen. Ze trokken niet langer achter de dieren aan zoals voorheen.
Ze werden landbouwers, en hielden de dieren bij hun huis.
De eerste landbouwers kwamen vanuit het oosten onze gebieden binnen, waarna ze kleine dorpsgemeenschappen vormden.
Bij de huizen hadden de eerste boeren afvalkuilen gegraven. In deze kuilen vonden de archeologen aardewerk, slachtafval, gebruiksvoorwerpen en weggegooide etensresten. Daaruit konden ze veel afleiden.
Zo weten we nu dat de bewoners landbouwers waren. Ze verbouwden koren, erwten, linzen, vlas en maanzaad. Ze hielden geiten, schapen, koeien en varkens.
Er zijn ook grafvelden gevonden. De doden kregen voorwerpen mee in hun graf.
Ongeveer 12.000 jaar geleden was de ijstijd voorbij omdat het klimaat op aarde begon te veranderen. Grote ijskappen smolten weg in de zee, en dit had tot gevolg dat de de zeespiegel steeg, en het landschap veranderde.
De kale, bevroren gebieden, waar de prehistorische mensen nog op rendieren konden jagen, veranderden langzaam in bossen en vruchtbare, grond.
Dit zorgde ervoor dat mensen voortaan op één plaats bleven wonen. Ze trokken niet langer achter de dieren aan zoals voorheen.
Ze werden landbouwers, en hielden de dieren bij hun huis.
De eerste landbouwers kwamen vanuit het oosten onze gebieden binnen, waarna ze kleine dorpsgemeenschappen vormden.
Bij de huizen hadden de eerste boeren afvalkuilen gegraven. In deze kuilen vonden de archeologen aardewerk, slachtafval, gebruiksvoorwerpen en weggegooide etensresten. Daaruit konden ze veel afleiden.
Zo weten we nu dat de bewoners landbouwers waren. Ze verbouwden koren, erwten, linzen, vlas en maanzaad. Ze hielden geiten, schapen, koeien en varkens.
Er zijn ook grafvelden gevonden. De doden kregen voorwerpen mee in hun graf.
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/steentijd-woning-bouwen-01.jpg?564)
Reconstructie van een woning uit de steentijd
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/5500vc-ex-leg.jpg?420)
Nederland in de prehistorie (5500 jaar geleden)
Rotsschilderingen
Eerste Rotstekeningen
De Cro-Magnonmens was de eerste die pogingen deed om voorwerpen uit zijn milieu, hoofdzakelijk jachtdieren, weer te geven door graveringen in de wanden van holen en spelonken.
Men kent vele honderden graveringen in rotswanden, meestal in grotten, en de weergegeven ijstijddieren zijn goed te herkennen.Er zijn tekeningen van mammoeten, oerossen,wolharige neushoorns, paarden, stieren, herten e.d. gevonden, daterend tussen de 36.000 en enige duizenden jaren geleden.
De Cro-Magnonmens was de eerste die pogingen deed om voorwerpen uit zijn milieu, hoofdzakelijk jachtdieren, weer te geven door graveringen in de wanden van holen en spelonken.
Men kent vele honderden graveringen in rotswanden, meestal in grotten, en de weergegeven ijstijddieren zijn goed te herkennen.Er zijn tekeningen van mammoeten, oerossen,wolharige neushoorns, paarden, stieren, herten e.d. gevonden, daterend tussen de 36.000 en enige duizenden jaren geleden.
Lascaux
Ook in vele grotten in de Dordogne (b.v. van Lascaux bij Montignac) zijn muurschilderingen ontdekt van Bizons, Paarden en Herten in zwart, geel en rood. In andere grotten heeft men afbeeldingen van hele jachttaferelen gevonden.
Merkwaardig is dat de mens zelf vrijwel in het geheel niet (enkele malen zeer schematisch) is getekend, terwijl de dieren vaak zeer levensecht, in karakteristieke houdingen en soms zelfs in kleuren zijn afgebeeld.
Ook in vele grotten in de Dordogne (b.v. van Lascaux bij Montignac) zijn muurschilderingen ontdekt van Bizons, Paarden en Herten in zwart, geel en rood. In andere grotten heeft men afbeeldingen van hele jachttaferelen gevonden.
Merkwaardig is dat de mens zelf vrijwel in het geheel niet (enkele malen zeer schematisch) is getekend, terwijl de dieren vaak zeer levensecht, in karakteristieke houdingen en soms zelfs in kleuren zijn afgebeeld.
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/2290620.jpg?320)
Een stier uit De Grot der Stieren
Lascaux
Lascaux
![Foto](/uploads/1/8/6/7/18671460/grottenkaart-frankrijk-01-niaux.gif?553)
Kaart van Lascaux. De witte bolletjes zijn prehistorische grotten met grottekeningen